Innerlijke spraak is eigenlijk ‘praten tegen jezelf’. Dit is iets wat iedereen doet. Bijvoorbeeld wanneer je in je agenda kijkt “eens even denken, wat heb ik allemaal deze week, oja, ik moet er goed aan denken dat …”. Innerlijke spraak is nodig om jezelf aan te sturen, te kunnen plannen, je emoties te kunnen beheersen, het kunnen vormen van je mening, enzovoort.
Kinderen met een stoornis in de taalproductie hebben vaak een zwakke innerlijke spraak. In de therapie kan de therapeut dit ondersteunen door het hardop verwoorden van de gevoelens en gedachten van de cliënt. Hierdoor compenseert de therapeut het gebrek aan innerlijke spraak. De cliënt voelt zich gesteund doordat de therapeut woorden geeft aan zijn of haar gevoel, wat de cliënt zelf vaak onvoldoende kan door de spraak-taalproblematiek. Dit heeft als doel om de innerlijke spraak te verbeteren, zodat de cliënt uiteindelijk in staat is zelfstandig innerlijke spraak toe te passen.